De effectenbeurs in Tokio is vrijdag flink lager geëindigd. Net als in New York en Europa schrokken beleggers van het nieuws dat het in Oekraïne neergestorte passagiersvliegtuig van Malaysia Airlines vermoedelijk is neergeschoten. Ook zorgde het Israëlische grondoffensief in de Palestijnse Gazastrook voor onzekerheid onder beleggers.
De Nikkei sloot 1 procent lager op 15.215,71 punten. Vooral de grote Japanse exportbedrijven moesten het ontgelden door een stijging van de Japanse yen, die in tijden van onzekerheid als een veilige haven wordt beschouwd.
De aandelen van Malaysia Airlines gingen na de vliegtuigcrash in Oekraïne flink onderuit. Op de beurs in Kuala Lumpur leverde het aandeel 11 procent in. De Boeing 777 van Malaysia Airlines stortte donderdag neer en is volgens de Oekraïense autoriteiten en de Verenigde Staten neergeschoten. Ook de aandelen van de uitbater van het vliegveld in Kuala Lumpur gingen in de uitverkoop en zakten bijna 5 procent.
Gemengd beeld op beurzen
Elders in het Verre Oosten toonden de belangrijkste beurzen een gemengd beeld. Vooral de luchtvaartaandelen stonden onder druk.
De oliebedrijven koersten hoger nadat de olieprijzen door de toenemende geopolitieke spanningen verder waren opgelopen. In Hongkong zakte de Hang Seng-index 0,5 procent en in Seoul verloor de Kospi 0,1 procent. De All Ordinaries in Sydney won 0,2 procent.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl